In gesprek met onderzoekers … An Neven en Judith Urlings

In gesprek met onderzoekers … Judith Urlings en An Neven

Judith Urlings studeerde in 2012 af als neuropsychologe aan de universiteit van Maastricht en wou zich verder verdiepen in de klinische sector. In 2014 begon Judith aan een doctoraat aan de universiteit van Hasselt dat zicht richt op de rijvaardigheid bij senioren. An Neven studeerde mobiliteitswetenschappen aan de universiteit van Hasselt en deed tijdens haar thesis onderzoek naar het verplaatsingsgedrag van personen met Multiple Sclerose. Aansluitend hierbij begon An een doctoraat rond het verplaatsingsgedrag van personen met een beperking, dat ze afrondde eind 2015.
Beide onderzoekers werken rond mobiliteit. De focus ligt hierbij op ‘wat kan er wel nog’. Door in te zetten op mobiliteit trachten An en Judith de zelfstandigheid van personen met dementie en personen met verschillende typen van beperkingen zo lang mogelijk te behouden.

Samen veilig mobiel
De focus in het project samen veilig mobiel ligt voornamelijk op wat er wel nog kan met als doel de zelfstandigheid zo lang mogelijk te behouden. “Wanneer een verplaatsing van punt A naar punt B niet meer mogelijk is met de wagen, gaan we kijken welke alternatieven er mogelijk zijn. Er worden handvaten meegegeven aan mensen waarmee ze het rijden kunnen afbouwen. Bijvoorbeeld door alleen nog maar de vaste routes te rijden. De focus ligt op de verplaatsingen die mensen gewend zijn en hoe deze uitgevoerd kunnen worden zonder auto”, vertelt Judith (rechts op de foto). “Als mensen zich verplaatsen is dit meestal om een activiteit uit te voeren. Het activiteitengedrag en de autonomie zijn vaak van het grootste belang. Het is belangrijk om zoveel mogelijk noden van mensen, bvb. met een verstandelijke beperking of dementie, in te vullen. Het dilemma in de zorgpraktijk is echter vaak: wat is er werkbaar?’ We zouden graag mensen zoveel mogelijk nog zelf laten doen, maar het moet wel veilig blijven voor zichzelf en voor de omgeving”, vult An (links op de foto) aan.

Zorgproeftuinen
De afgelopen jaren is een deel van ons onderzoek opgenomen binnen de Zorgproeftuinen. Dit project bestaat uit vier werkpakketten. De eerste twee werkpakketten focussen op de rijvaardigheid, waar Judith zich eerder mee bezighoudt. “Momenteel zijn er enkel de arts en CARA die een indicatie over rijvaardigheid geven. Met het project rond rijvaardigheid zijn we opzoek naar welke testen nu eigenlijk de beste indicatie geven van de rijvaardigheid van een persoon. Als we de rijvaardigheid aan de hand van verschillende testen kunnen voorspellen, is een rijproef op de weg voor veel minder ouderen noodzakelijk. Momenteel zijn we ook aan het bekijken of er trainingsopties zijn voor senioren. Moeilijkheden die we hierin vaststellen zijn voornamelijk het vinden van een goede methode om deze trainingen te geven en een niveau vinden dat voor iedereen geschikt is. Om deze reden hebben we naar een samenwerking gezocht met een onderzoeksgroep in onderwijskunde die bezig is met adaptive monitoring. Hiermee kan er in een training in eerste instantie getest worden wat een persoon nog kan, het niveau wordt afgetoetst en van daaruit kan er verder gebouwd worden. Er zijn twee varianten van trainingen: een meer directe training aan de hand van een rijsimulator en een indirecte training die op de computer uitgevoerd kan worden. Deze is gericht op gevaarherkenning. Het zijn filmpjes waar de persoon moet aangeven waar hij denkt of verwacht dat er gevaar zou kunnen optreden. De datacollectie van deze validatiestudie is net afgerond. We hebben beide typen training aan senioren aangeboden, en beide typen training zorgen voor een verbetering van de rijvaardigheid. Dat effect blijkt echter vooral te bestaan bij ouderen met voldoende leervermogen. Tijdig aandacht besteden aan rijvaardigheid is dus de boodschap!”, legt Judith uit.

Binnen het derde werkpakket wordt er gekeken naar mobiliteitsalternatieven. “We hebben informatiesessies georganiseerd over wat er momenteel al bestaat binnen het vervoerslandschap: het aanbod van De Lijn, NMBS, Minder Mobielen Centrale, gecompenseerd vervoer, Mobiliteitscentrale Aangepast Vervoer, … We merken dat mensen die het nog nooit nodig hebben gehad niet altijd weten waar ze terecht kunnen. Wanneer iemand bijvoorbeeld een heel specifieke vervoersvraag heeft kan de Mobiliteitscentrale Aangepast Vervoer (MAV) aangepast vervoer hen gedetailleerd informeren en eventueel doorverwijzen naar de geschikte vervoerder”, weet An. “Verder hebben we ook in kaart gebracht wat zoal de problemen waren die ouderen ervaarden tijdens hun vervoerstraject. Aan de hand van een smartphone applicatie en een website konden mensen foto’s delen van het probleem dat ze ondervonden. Deze problemen werden op een overzichtskaart geplaatst. Op deze manier konden er een 200-tal problemen in Hasselt en Genk vastgelegd worden en konden we deze nadien met de betrokken instanties bespreken met als doel de stad meer te sensibiliseren.”

Het vierde pakket draait rond de oprichting van het rijveiligheidscentrum ‘Samen Veilig Mobiel’. Vanuit het project van rijvaardigheid kwam dit multidisciplinair centrum voort waarin mensen advies krijgen over hun rijvaardigheid. De meeste mensen vinden hun weg naar het centrum met een mantelzorger of worden doorverwezen door een arts. Door het rijveiligheidscentrum kan er op een laagdrempelige manier een gedetailleerd advies over rijvaardigheid verleend worden.

Autonomie en zelfredzaamheid stimuleren
Er bestaat momenteel al een Minder Mobielen Centrale waarbij vrijwilligers met hun eigen wagen personen die zelf niet kunnen rijden gaan vervoeren. Dit is een systeem dat An en Judith graag willen verbreden. Judith: “We willen een openbaar vervoer buddysysteem opstarten waarbij vrijwilligers mensen in het openbaar vervoer gaan begeleiden. We verwachten wel dat daar een doelgroep voor is, mensen die niet noodzakelijk een rijbewijs hebben maar wel tijd ter beschikking hebben. We hebben hiervoor een stappenplan uitgewerkt, en zijn dit momenteel in regio Gent aan het uittesten samen met TreinTramBus.”

An: “Ook met Viamigo (een smartphone applicatie waarbij mensen vanop afstand opgevolgd kunnen worden door een coach uit het formele of informele netwerk) willen we meer autonomie creëren voor mensen met een verstandelijke beperking en personen met dementie. Dankzij de applicatie is het niet nodig dat er altijd een mantelzorger meegaat en kunnen verplaatsingen meer zelfstandig worden afgelegd.” Dergelijke methoden leveren veel voordelen op. Het verminderd de druk op de mantelzorgers en personen kunnen langer mobiel blijven. Langer zelfstandig thuis wonen kan zo gestimuleerd worden omdat de zelfredzaamheid van mensen met dementie wordt verhoogd.

Oranje licht
De stap naar advies met betrekking tot de rijveiligheid is vaak al een hele drempel die mensen moeten overwinnen. Toch vinden ze samen met een mantelzorger de weg naar het rijveiligheidscentrum. “Mensen die naar het centrum komen staan meestal wel open voor het advies dat gegeven wordt en volgen dit ook vaak wel op”, aldus Judith. “Het gaat om advies op basis van een testbatterij en een rijvaardigheidstest in de rijsimulator. Ons advies is dus altijd sterk beargumenteerd en gebaseerd op recente wetenschappelijke inzichten. Het advies wordt altijd gegeven door een arts, wat ook voor mantelzorgers vaak van grote waarde is. Zelf het gesprek aangaan over een mogelijks verminderde rijveiligheid met een ouder of partner valt vele mantelzorgers zwaar. De vraag waar mensen voornamelijk mee zitten is hoe ze nog overal gaan geraken zonder auto. Het niet kunnen rijden is vaak niet het probleem, maar wel de mogelijkheid om zich te verplaatsen. Door onze samenwerking met MAV kunnen we mensen een totaalpakket bieden. Ook wanneer zelf rijden niet meer aangewezen is, dragen wij zorg voor veilige vervoersopties. Daarom is ons motto: Samen Veilig Mobiel.”

Het advies dat gegeven wordt is geen statisch gegeven. Het wordt mensen geadviseerd om na 6 maanden hun rijvaardigheid opnieuw te laten bekijken.
“Wanneer mensen een ‘oranje licht’ krijgen voor hun rijvaardigheid hebben ze tijd nodig om het rijden af te bouwen. Ze kunnen in de eerste maanden nog blijven rijden, maar er wordt terwijl wel gezocht naar alternatieven. Het is belangrijk dat er aandacht besteed wordt aan de rijvaardigheid wanneer het nog goed gaat. Op het moment dat er echte moeilijkheden beginnen te ontstaan is de drempel vaak te groot of het inzicht in het eigen functioneren te beperkt”, verduidelijkt Judith.

Europees kader?
An en Judith willen de projecten eerst regionaal uitwerken voordat er uitgebreid wordt naar andere landen. De wetgeving rond rijvaardigheid is vrij specifiek per land geregeld. Door de verschillende wetgeving en andere wegsituatie kan het project niet exact gekopieerd worden naar andere landen. “In Nederland bijvoorbeeld is er een verplichte keuring voor senioren op basis van leeftijd. Daar zijn wij geen voorstander van, omdat als sinds begin jaren 2000 telkens uit onderzoeken blijkt dat de biologische leeftijd weinig relatie heeft met de rijvaardigheid. Het zijn de fysieke en mentale vaardigheden die benodigd zijn om te rijden, en die soms met toenemende leeftijd afnemen, die iemand een veilige chauffeur maken. Wij kunnen dat perfect evalueren aan de hand van onze testbatterij en een aanvullend rijsimulatoronderzoek. Een rijproef op de weg blijft altijd noodzakelijk voor complexe gevallen, bijvoorbeeld wanneer er een aanpassing aan de auto nodig is. Deze bevoegdheid blijft in handen van CARA, onderdeel van BIVV, waarmee we dan ook een directe lijn ter doorverwijzing hebben.”

De toekomst
An en Judith hopen in de toekomst verder te gaan op de ingeslagen weg. “Momenteel zijn ze bezig om de rijopleidingen in Europa voor nieuwe bestuurders meer op elkaar af te stemmen. Ook over de vernieuwingsduur van de rijbewijzen worden op Europees niveau afspraken gemaakt. We hopen dat dit in de loop der jaren op meerdere vlakken van wegen en verkeer kan gebeuren. Rijden moet gezien worden als een vaardigheid die onderhouden moet worden en waar we kritisch op moeten zijn. Op je 18e het rijbewijs behalen en vervolgens menen dat we op 80 jaar nog op diezelfde manier kunnen rijden, is niet meer van deze tijd”, besluit Judith.

De vervoersmogelijkheden zo breed en toegankelijk mogelijk houden, blijf ook voor An de toekomstige focus. “We willen projecten rond toegankelijke mobiliteit voor mensen met een verminderde vaardigheid of mobiliteitsbeperking verduurzamen. Ook willen we verder gaan met het openbaar vervoer buddysysteem en worden er in het kader van de Viamigo applicatie verdere stappen genomen naar andere doelgroepen toe.”

Meer informatie
Samen Veilig Mobiel
Senior Test
Viamigo

Opgetekend door Olivier Constant, communicatiemedewerker Expertisecentrum Dementie Vlaanderen
29 maart 2017
olivier.constant@dementie.be