Op deze pagina vindt u meer informatie bij het hoofdstuk ‘Fundament 4: afgestemde zorg’.
- Extra documenten
- Aanbevolen en aanvullende literatuur
- Inspirerende praktijken
IQCODE-N | Klik hier om het instrument te downloaden. |
Aanbevolen literatuur
- Kitwood, T., & Brooker, D. (2019). Dementia reconsidered, revisited. The person still comes first. Open University Press.
- Vermeiren, H. (2012). Dementie, het blikveld verruimd. Introductie in Persoonsgerichte zorg en Dementia Care Mapping. Antwerpen: Garant-Uitgevers n.v.
Aanvullende literatuur
- Agentschap Zorg en Gezondheid. (2017). Een geïntegreerde zorgverlening in de eerste lijn. Brussel: Agentschap Zorg en Gezondheid.
Fulltext: klik hier. - Alzheimer Society. (2011). Guidelines for care: person-centred care of people with dementia living in care homes. Canada: Alzheimer Society.
Fulltext: klik hier. - Ballard, C., Corbett, A., Orrell, M., Williams, G., Moniz-Cook, E., Romeo, R., . . . Woodward-Carlton, B. (2018). Impact of person-centered care training and person-centered activities on quality of life, agitation and antipsychotic use in people with dementia living in nursing homes: a cluster-randomized controlled trial of the WHELD intervention. PLoS Medicine.
- Becker, H. M. (2006). De ja-cultuur als instrument voor humanisering van de zorg. Antwerpen: EPO
- Brooker, D., & Latham, I. (2015). Person-centred dementia care: Making services better with the VIPS framework: Jessica Kingsley Publishers.
- Social Care Institute for Excellence. (2017). Person-centred care for older people in care homes. London: Social Care Institute for Excellence.
Fulltext: klik hier. - Geelen, R. (2017). Persoonsgerichte zorg in de praktijk. Denkbeeld, 29(4), 36-37
- Hoes, L. (2015). Meer ruimte met minder moeten. Denkbeeld, 27(2), 26-29.
- Kitwood, T. (1997). Dementia Reconsiderd. The person comes first. Berkshire: Open University Press.
- (2010). Dementia: support in health and social care. Quality standard. : National Institute for Health and Clinical Excellence and Social Care Institute for Excellence.
Fullltext: klik hier. - Vermeiren, H. (2012). Persoonsgerichte zorg en Dementia Care Mapping Van begrijpen naar begeleiden. Handboek voor referentiepersonen dementie en andere betrokkenen. Brussel: Politeia.
Leefplezier van bewoners in beeld
Persoonsgerichte zorg: hier sluit de visie van Wonen bij September naadloos bij aan. Elke dag leveren onze zorgteams persoonlijke, liefdevolle en warme zorg aan onze bewoners. Bij September vinden we dat we (zorg)kwaliteit hebben geleverd wanneer onze bewoners terugkijken op een fijne dag. Leefplezier Om de kwaliteit van zorg bij te waarborgen én te verbeteren, gaan we aan de slag met het leertraject Leefplezierplan voor in de zorg. Dit project is opgezet door de Leyden Academy, onder leiding van prof. dr. Joris Slaets, hoogleraar ouderengeneeskunde. Leefplezierplan voor in de zorg verlegt de aandacht van feitelijke informatie naar verhalende informatie. Het verhaal van de bewoner, daar gaat het om. Met als doel de verhalen te gebruiken voor de verantwoording van zorg. Kwaliteit van zorg en leven Leefplezier ligt in het verlengde van wat we bij September al doen: de wensen en verlangens van onze bewoners als vertrekpunt nemen van de dagelijkse zorg en ondersteuning. Samen een lievelingsgerecht bereiden, naar een concert gaan, een dagje op pad met paard en wagen. Elke dag opnieuw streven we ernaar een optimale leefomgeving te creëren voor onze bewoners. Het Leefplezierplan voor in de zorg gaat hier een waardevolle bijdrage aan leveren. Het is een concreet zorgplan en hulpmiddel om in de dagelijkse praktijk, structureel, op een narratieve manier aandacht te hebben voor de zorg en ondersteuning van bewoners en er ook op deze manier verantwoording over af te leggen. Levensbord Het belangrijkste onderdeel van de training is het écht leren kennen van onze bewoners. We verzamelen informatie over de identiteit van de bewoners op dít moment. Dat doen we door gesprekken die gericht zijn op de persoonlijke relatie en verhalende informatie. De informatie maken we inzichtelijk op een papieren levensbord dat de identiteit, verlangens en leefplezier van onze bewoners letterlijk in beeld brengt. Het levensbord is bruikbaar voor veel doeleinden en kan voor de bewoner, zorgmedewerkers, medebewoners, vrijwilligers en naasten erg waardevol zijn. Een paar voorbeelden:
Vanaf september 2019 rolt de afdeling kwaliteit, opleidingen en onderzoek het Leefplezierplan uit binnen de woonhuizen. Alle teams krijgen een training om met dit mooie plan aan de slag te gaan en zo de kwaliteit van leven van onze bewoners te blijven verbeteren. Wie kan ons immers beter vertellen wat kwaliteit van zorg is, dan onze bewoners zelf? Meer informatie: Emmy Gerds, Projectcoördinator Leefplezier – emmy.gerds@wonenbijseptember.nl Cassandra van den Berg, manager kwaliteit, onderzoek en opleidingen – cassandra.vandenberg@wonenbijseptember.nl |
Een traject op maat (Alzheimercentrum Amsterdam, Nederland)
“Mensen met dementie en hun mantelzorgers krijgen de diagnose in het heden. De zorg is het belangrijkst en op dit moment dat het enige wat in het heden geboden kan worden. Dit is een belangrijk speerpunt in het Alzheimercentrum Amsterdam. Vanaf het moment dat iemand de diagnose dementie krijgt, zal er samen met de verpleegkundig consulent dementie gezocht worden naar welke praktische zaken geregeld moeten worden. In dit gesprek zal ook in samenspraak met de persoon met dementie en zijn naasten een casemanager worden aangevraagd. De taak van een casemanager is om begeleiding te bieden vanaf dat de diagnose wordt gesteld, met als doel de persoon met dementie zo lang en verantwoord mogelijk thuis te laten wonen. Contactgegevens: balie.alzheimercentrum@vumc.nl |
Zorg-Esperanto. De kracht van eenvoud (Familiezorg West-Vlaanderen)
In de evolutie van taakgerichte zorg naar behoefte- en doelgerichte zorg ontwikkelde Familiezorg West-Vlaanderen vzw een methodiek en een sjabloon van doelbepaling. Over alle sectoren en beroepsgroepen in de zorg heen blijkt er immers behoefte aan een gemeenschappelijke taal en een gezamenlijk begrippenkader. “Als alle sectoren en disciplines hun begrippenkader zouden onderbrengen in eenzelfde sjabloon, dan zouden we elkaar in zorgsituaties beter en sneller begrijpen. Onze methodiek ‘Zorg-Esperanto’ wil hierrond een voorstel doen.”, zegt Bart Deltour, directeur Zorg. Zorg-Esperanto verwijst naar de diepe inspiratie en motivatie van Esperanto als nieuwe taal. De taal Esperanto wil verbinden. Het wil een taal zijn die mensen leert om naast hun eigen regionale en/of nationale taal te communiceren in een internationale situatie. “In feite reikt Zorg-Esperanto ons een stafkaart aan die ons helpt oriënteren in concrete zorgsituaties. Naast een schematisch overzicht (een sjabloon) van diverse zorgaspecten bevat het een aantal sleutels die kunnen helpen om complexe zorg te ontwarren.” Het sjabloon bestaat uit vier kolommen: de ontmoeting en verbindende communicatie, de doelbepaling, de middelen (wat, hoe, door wie en waar) en het wikken en wegen (de smart-toets en waardentoets). “Zorg-Esperanto helpt om verbinding te maken met de beleving van de persoon met dementie en meer bepaald met de behoeften die Kitwood aanduidt als liefde, comfort, bezigheid, gehechtheid, identiteit, erbij horen. De methodiek helpt ook bij het bepalen en scherp stellen van doelen zoals bijvoorbeeld: herstel van een gezond dag-nachtritme, behoud van een gevoel van geborgenheid en veiligheid, voorkomen van vallen of ongelukken, behoud van autonomie, herstel van relationeel welbevinden …” De methodiek werd enkele jaren geleden voorgesteld aan de Vlaamse Vereniging van Diensten voor Gezinszorg en werd er zeer positief onthaald. Verschillende diensten gingen er sindsdien mee aan de slag. Ook in andere sectoren en in residentiële voorzieningen wordt de methodiek goed ontvangen. Zorg-Esperanto levert een bijdrage tot een beter begrip en een betere samenwerking tussen zorgvragers, mantelzorgers en zorgverleners onderling én tussen zorgverleners van verschillende sectoren en beroepsgroepen. Het kan aldus uitgroeien tot een gemeenschappelijke stafkaart over alle sectoren heen. Het verliest zich niet in tijdrovende registraties en ingewikkelde documenten, maar nestelt zich in de hoofden en harten van wie ermee aan de slag gaat. Bart Deltour bundelde de methodiek in het boek ‘Zorg-Esperanto. De kracht van eenvoud’ (Deltour, 2018) en in een werkschrift. Contactgegevens: www.familiezorg-wvl.be |
De bewoner leren kennen (WZC Ocura Beringen)
Afgestemde zorg begint al voor de opname. ‘We nemen altijd uitgebreid de tijd voor een intakegesprek. Als hieruit blijkt dat verwachtingen nooit ingevuld kunnen worden, zullen we dit ook eerlijk benoemen’, zegt Greta Vandevenne, zorgcoördinator. ‘Zo proberen we tot afgestemde zorg te komen’, vertelt Greta. ‘In de eerste plaats met de persoon met dementie, als het niet langer kan met de omgeving. Omdat alle bewoners andere noden hebben, bieden we zowel individuele als groepsactiviteiten aan. We dromen ervan om in de toekomst met buddy’s te werken om nog meer dromen waar te maken.’ Contactgegevens: Greta Vandevenne via greta.vandevenne@ocura.be. |
De Levensboom (Familiehulp)
Al meer dan tien jaar werken dementiekundige basiszorgverleners van Familiehulp met ‘Mijn Levensboom’. Het is een intern ontwikkeld instrument om het levensverhaal van de persoon met dementie in diverse facetten te ontrafelen en te kunnen vatten tijdens gesprekken. ‘Mijn levensboom’ is uitgewerkt in levensthema’s onder de vorm van een vragenlijst. De zorgverlener verzamelt persoonsgerichte informatie over de levensgebeurtenissen en levensgeschiedenis en dit doet spontaan in gesprekken gespreid over verschillende zorgbeurten. Voor de medewerker is het gedachtenspoor van de gebruiker interessant omdat het aanknopingspunten geeft naar zijn mogelijkheden, interesses, vroegere gewoontes, rituelen of gebeurtenissen uit het verleden. Het is steeds de gebruiker die het onderwerp van het gesprek kiest. Hij behoudt zo de regie over het gesprek en wordt in zijn autonomie ondersteund. Wat de persoon met dementie vertelt, wordt ook zo genoteerd. Zo krijgt de zorgverlener een idee over hoe de gebruiker de werkelijkheid ‘nu’ beleeft. De ‘reële’ informatie, die krijgen zorgverleners van de mantelzorgers. “Je zou denken dat ‘Mijn levensboom’ hetzelfde is als een traditioneel levensboek, maar dat is het niet”, zegt Marijke Desmet, expert zorgbeleid, referentiepersoon dementie Familiehulp. “Het autobiografisch verhaal is slechts een vertrekpunt tot gesprek. Naast de scharniermomenten uit het leven van de persoon worden ADL-functies gedetailleerd in het gesprek gebracht. Al deze informatie wordt vervolgens samengebracht en leidt tot concrete zorgafspraken en implementatie van de zorgvisie. Het geeft zorgverleners ook handvatten bij moeilijk hanteerbaar gedrag. Hoe meer de gebruikers en mantelzorgers informatie delen over het levensverhaal, levenservaringen, specifieke eigenheden, voorkeuren, mogelijkheden, wensen en verwachtingen van de persoon met dementie, hoe beter de zorgverleners zich kunnen inleven om persoonsgerichte zorg met een zinvol contact te bieden.” ‘Mijn Levensboom’ is een instrument in verandering. Door feedback uit de praktijk werd het in 2018 in een nieuw jasje gestopt. Het instrument kreeg een nieuwe look, een gebruikershandleiding en nieuwe verdiepende thema’s. De mantelzorger kreeg een afzonderlijk luik om de eigen ervaring en beleving mee te geven. De persoon met dementie en de mantelzorgers zijn en blijven eigenaar van het instrument. Zij kiezen zelf of ze ermee werken en met wie ze de informatie delen. Bij voorkeur nemen mensen hun ‘Levensboom’ mee wanneer ze naar een dagcentrum, centrum voor kortverblijf of woonzorgcentrum gaan. Contactgegevens: Marijke.desmet@familiehulp.be |
Trajectzorg in Ten Kerselaere (Emmaüsgroep)
Ten Kerselaere in Heist-op-den-Berg kan je geen klassiek woonzorgcentrum noemen. Het is een woonzorgwijk of zorgkruispunt waar verschillende residentiële vormen en thuiszorgondersteunende diensten elkaar vinden. Een van die diensten is trajectzorg voor wie nog thuis woont. Als een hulpvraag binnenkomt, meestal via het lokaal dienstencentrum of een centrum voor dagverzorging, neemt een trajectbegeleider contact op. Nadat hij zicht gekregen heeft op de situatie waarin de hulpvrager zich bevindt, stippelt hij een traject uit op maat van de mogelijkheden en zorgnoden van de cliënt. Bij elke hulpvraag wordt het netwerk dat al functioneel is in kaart gebracht, zodat er continuïteit van zorg- en dienstverlening is. Dit gebeurt in overleg met de cliënt en de mantelzorger en de partners – vaak de huisarts, de dienst maatschappelijk werk van het ziekenfonds of het Sociaal Huis, de dienst voor thuisverpleegkunde en de dienst voor gezinszorg. Het traject is voor elke zorgvrager verschillend. Van het dagverzorgingscentrum, het centrum voor kortverblijf, fitness, kinesitherapie, een warme maaltijd, aangepast vervoer, poetshulp, tot het woonzorgcentrum: alles is mogelijk. Ook worden mensen toegeleid naar informatiemomenten, zoals de praatcafés rond dementie, de familiegroepen, buurtwerking, zorg voor mensen met jongdementie, de dienst maatschappelijk werk … Het traject begint vaak lang voordat er sprake is van zware zorg. De trajectbegeleider houdt contact doorheen het hele traject. Zo blijft hij op de hoogte van de wijzigingen in de thuissituatie en van de noden en vragen van de persoon met een zorgnood en zijn familie. Maria vertelt: ‘Ik werd doorverwezen door mijn huisarts naar de trajectbegeleiding nadat de thuisverpleegkundige mij had zien wenen. Ik heb toen durven zeggen dat de zorg voor Frans te zwaar werd. Na mijn contact met de sociaal verpleegkundige had ik het gevoel dat ze mij begrepen. Vrij vlug kon Frans starten in het dagverzorgingscentrum. Ik heb veel informatie gekregen over dementie. Tot op vandaag schrijf ik dit allemaal op in een boekje. De medewerkers hebben mij voorgesteld aan de familiegroepen voor ouderen met dementie. Telkens als ik thuiskwam, wist ik dat ik niet alleen was met mijn probleem. Uiteindelijk had ik de moed om mijn partner naar een centrum voor kortverblijf te laten gaan. Hij deed dit graag en ik kon rusten en eens uitslapen. Nu woont hij in het woonzorgcentrum.’ Contactgegevens: ten.kerselaere@emmaus.be |