OESO-rapport over dementie presenteert Vlaamse goede praktijken
Het OESO-rapport over dementie (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) dat pas verscheen duidt op sterktes en zwaktes in het dementiebeleid doorheen de 35 OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling-landen waar samen ongeveer 19 miljoen mensen met dementie wonen. Het rapport geeft op een zeer adequate wijze weer waar het toe doet inzake dementiezorg. Eerst het goede nieuws: de inspanningen die we in Vlaanderen realiseren komen op twee plaatsen uit de verf: de inzet op dementiekundige basiszorg en de realisaties richting apothekers. We zijn uiteraard tevreden dat deze twee elementen naar waarde worden geschat. Maar er is ook nog werk aan de winkel. Zo ontbreken er adequate meetinstrumenten voor goede zorg (ook in ons land) en de opvolging ervan en wordt er in de diverse landen nog onvoldoende ingezet op registratie zodat er onvoldoende zicht is of beleidsinspanningen terzake renderen. Het rapport focust op betere zorg van diagnose tot levenseinde, betere toegang tot dienstverlening, grotere kwaliteit van zorg en benadrukt het belang van specialistische ondersteuning van mantelzorgers van personen met dementie. Volgens de OESO is het kunnen benchmarken een grote meerwaarde ter verbetering van de actuele zorg. Verder scoort ons land ondermaats voor wat betreft het toedienen van antipsychotica bij dementie en dat baart terecht zorgen. Daarom wordt door de overheid ook ingezet op coaches die bij woonzorgcentra het verschil moeten gaan maken zowel bij mensen met als zonder dementie.