Dossiervorming en zorgplan

Op deze pagina vindt u meer informatie bij de toepassing ‘Dossiervorming en zorgplan’.

  • Extra documenten
  • Aanbevolen en aanvullende literatuur
  • Inspirerende praktijken
Het Wie-ik-ben-document is een sectoroverschrijdend, persoonsgericht informatiedocument. Het kan geïntegreerd worden in een anamnesedocument of het dossier van de persoon met dementie. Buitenlandse voorbeelden tonen aan dat het leidt tot meer persoonsgerichte en afgestemde zorg.

 Wie-ik-ben-document (bewerkbare versie)

Wie-ik-ben-document (pdf)

Wie-ik-ben-document_extra informatie voor gebruik

 

Aanbevolen literatuur

  • Baker, C. (2015). Developing excellent care for people living with dementia in care homes. London: Jessica Kingsley Publishers.

Aanvullende literatuur

  • Mast, B. (2014). Whole person assessment and care planning. In M. Downs & B. Bowers (Eds.), Excellence in dementia care. Berkshire: Mc Graw Hill education.
  • May, H., Edwards, P., & Brooker, D. J. (2009). Enriched care planning for people with dementia. London: Jessica Kingsley Publishers.

 

Een kanteling in het bewonersdossier (Woonzorggroep GVO)

‘Wil je persoonsgericht werken, dan moeten alle tools die je zorgverleners aanreikt, vertrekken vanuit het cliëntperspectief en dus niet enkel vanuit het vaak overheersende organisatieperspectief.’ Aan het woord is Tomas Lambrecht, operationeel manager. ‘We moeten beseffen dat mensen een woonomgeving met zorg verlangen die rekening houdt met aspecten van het leven die zij zelf belangrijk vinden. Het is dus essentieel om het elektronisch cliëntendossier (ECD) op basis hiervan uit te bouwen. Klassiek bevat het ECD onder andere een lijst van prestaties die zorgverleners moeten uitvoeren en registreren. Die zijn heel vaak gedetailleerd beschreven. Op die manier redeneren staat echter mijlenver af van afgestemd persoonsgericht werken. Daarom kantelden we het ECD van een zorgdossier naar een woonleefplan. Het ECD bevat geen ellenlange lijst van vaste handelingen meer. Wel geeft het enkele aandachtspunten mee wanneer je een bepaalde bewoner benadert. Er staat nu niet meer in dat we iemand op een bepaald uur wakker moeten maken om te wassen. Er staat wel: “Ga na of de bewoner wakker is.” Dit is normalisatiedenken. Zo’n kanteling in het denken maken is een proces dat vele jaren duurt. Zowel pas afgestudeerden als mensen die al jarenlang op de werkvloer staan, moeten hierin groeien. Vraag mensen bv. waar ze willen dat hun kamerjas hangt. Dat kan vandaag anders zijn dan morgen. We merken dat werken vanuit het cliëntperspectief onze medewerkers minder morele stress geeft, omdat ze veel sterker denken in functie van de bewoner. Wel zien we dat er meer denkstress is. Mensen kunnen niet meer zomaar terugvallen op geijkte processen, zoals “nooit/altijd onrusthekkens”. Ze moeten zelf meer nadenken en met de bewoner aftoetsen, maar halen meer voldoening uit hun job.’

Contactgegevens: www.gvo.be.

 

Het zorgleefplan (Nederland)

In 2010 werd het zorgleefplan voor verpleging en verzorging ingevoerd. Zorgvoorzieningen zijn verplicht om dit zorgleefplan minimaal twee keer met de zorgbehoevende persoon en de mantelzorger te bespreken. Het instrument is een hulpmiddel om vraaggerichte zorg te kunnen bieden en omvat vier domeinen.

  1. het mentale welbevinden van de cliënt als persoon
  2. het lichamelijke gevoel van welbevinden en gezondheid
  3. daginvulling volgens eigen interesses en onderhouden van sociale contacten (participatie)
  4. de woon- en leefomstandigheden

De invoering van het zorgleefplan heeft als doel om de medische benadering van de cliënt om te vormen tot een erkenning van kwaliteit van leven. De cliënt komt centraal te staan. Er is meer cliëntparticipatie en eigen regie. Er bestaan in de praktijk verschillende versies van dit zorgleefplan, maar de kern blijft telkens hetzelfde: de zorgbehoevende persoon als mens benaderen en zorg op maat verlenen. Het gesprek vertrekt dan ook vanuit de wensen en behoeften van de zorgbehoevende persoon. Hoe wil hij zijn leven leiden en hoe kunnen we hier als zorgverlener of –organisatie bij ondersteunen? Men heeft er bewust voor gekozen om geen standaardvragen op te nemen omdat het gevaar anders bestaat dat het invullen van het zorgleefplan een checklist wordt. Wel zijn er inspiratievragen aan toegevoegd en kan je op de website voorbeelden van ingevulde instrumenten bekijken.

Werken met het zorgleefplan betekent een andere relatie aangaan met de zorgbehoevende persoon. Als zorgverlener neem je vijf taken op: persoonlijk begeleider (vertrouwenspersoon), belangenbehartiger (bv. in overleg gaan met andere zorgverleners), bedenker van oplossingen, samenwerker met collega’s en tot slot een gemotiveerd, professioneel beroepsbeoefenaar.

Sectoren: Het document is vermoedelijk te uitgebreid om in een ziekenhuis te gebruiken, maar is zeker bruikbaar voor thuiszorgvoorzieningen en woonzorgcentra.

Meer informatie en voorbeelden? Surf naar www.zorgleefplanwijzer.nl

 

Het elektronisch bewonersdossier als hefboom voor geïntegreerde zorg (Hasselt)

WZC HOGEVIJF in Hasselt verhuisde ongeveer een jaar geleden. De organisatie maakte van de gelegenheid gebruik om een nieuwe visie én een nieuw zorgdossier te ontwikkelen. De afdelingen werden immers heringedeeld en de zorgverleners kwamen daardoor met nieuwe bewoners in contact. Er was nood aan een persoonsgericht zorgdossier, dat het leren kennen van de bewoners zou vergemakkelijken. Het oude dossier was op de klassieke manier opgebouwd: elke discipline had toegang tot zijn eigen map, wat kruisbestuiving in de weg stond. Zorgverleners ervoeren het dossier als onoverzichtelijk en niet efficiënt.

HOGEVIJF besliste om voldoende middelen en mensen vrij te maken om het nieuwe digitale zorgdossier gestalte te geven. Een van de hoofdverpleegkundigen werd vrijgesteld om deze opdracht grondig uit te werken. Het vertrekpunt van de opdracht was de lege doos GERACC. Die werd, vanuit de patronen van Gordon, gevuld met zestien zorgfiches: anamnese, administratie, voedingsdossier, valdossier, zelfstandige zorgverleners, onderhoud en linnen, cognitie en waarneming, dag- en nachtbesteding, uitscheidingsdossier, zelfbeleving en stressverwerking, rollen en relatie, plan van levenseinde en vroegtijdige zorgplanning, infectiedossier, wondzorg, medicatie en medisch dossier.

Voor elk onderdeel verzamelde een stuurgroep de meest recente richtlijnen en dacht ze na over een interdisciplinaire aanpak. Telkens als een onderdeel van het dossier klaar was, werd het getest op een afdeling en verfijnd.

In tegenstelling tot vroeger staat de bewoner nu centraal omdat er veel meer ruimte is voor zijn beleving en welbevinden. Het systeem nodigt uit om persoonsgerichte informatie toe te voegen en legt linken tussen levensdomeinen. Bij het invullen komt de zorgverlener automatisch tot probleemidentificatie en vervolgens tot een zorgplan dat vertrekt vanuit wat de persoon met dementie wel nog kan. Het dossier werd zo opgebouwd dat het de informatieoverdracht binnen het team bevordert. Ook niet-zorgverleners, zoals de kapper en de administratief medewerker, hebben er toegang toe. Elke zorgkundige heeft nu ook een tablet ter beschikking tijdens de dienst, waardoor hij vlotter informatie in het dossier schrijft.

Ook het managementteam ondervindt heel wat voordelen. Zij kunnen met een klik grafieken over bepaalde aandoeningen of materialen genereren. Het bewonersdossier staat nu op punt, al vraagt het een voortdurende investering om de meest recente richtlijnen en wetenschappelijke bronnen toe te voegen.

Contactgegevens: info@hogevijf.be.

 

Het moodboard (UZ Gent) 

Op de GGOE, de Geriatrische GedragsObservatie Eenheid van de dienst Geriatrie UZ Gent, gebruikt men een moodboard om de beleving van de persoon met dementie en zijn naasten te visualiseren.

Deze eenheid bestaat uit vijf bedden, er is verhoogd toezicht en er wordt specifiek ingezet op cognitieve revalidatie en ondersteuning. Personen met dementie worden op deze eenheid opgenomen wanneer zij nood hebben aan extra cognitieve ondersteuning. Door het verhoogde toezicht is er tijdens de bezoekuren een nauw contact met familieleden.

Om in te kunnen zetten op cognitieve ondersteuning is het belangrijk de gewoontes en voorkeuren van de persoon met dementie te kennen. Initieel werd aan familie gevraagd een vragenlijst in te vullen (indien mogelijk samen met de persoon met dementie) om de gewoontes van de patiënt te leren kennen. Voorbeelden hiervan waren: hoe ziet een gewone dag in je leven eruit? Welk beroep had je vroeger? Wat zijn je interesses? Wat zorgt bij jou voor weerstand?

Omdat het ziekenhuis merkte dat de vragenlijsten weinig tot niet werden ingevuld door familie, werden ze in het actieonderzoeksproject Zorg in Verbondenheid onder de loep genomen. Het had als doel de kloof tussen het bewustzijn van zorgverleners rond het belang van familie in de zorg voor patiënten (= theorie) enerzijds en het in praktijk tijd nemen en erkennen van noden van familie van patiënten (= praktijk) anderzijds te verkleinen.

Door het project is de vragenlijst nu een onthaalgesprek geworden, waarin zorgverleners niet alleen tijd nemen om de gewoontes van de patiënt te leren kennen (via de patiënt en de familie) maar ook de bezorgdheden van de familie. De informatie uit het onthaalgesprek wordt genoteerd op een moodboard dat aan het hoofduiteinde van het bed wordt geplaatst. Hierdoor hebben zorgverleners direct zicht op wat belangrijk is. Familie kan daar ook zaken bij noteren. De informatie wordt ook genoteerd in het elektronisch patiëntendossier en de bezorgdheden van de familie worden besproken op het wekelijks multidisciplinair overleg. Door de impuls van dit project blijft de afdeling patiënt- en familiegerichte zorg verder verankeren op de afdeling.

Voor meer informatie, contacteer het Zorgprogramma voor de Geriatrische Patiënt van het UZ Gent via Zp.geriatrie@uzgent.be.

 

TOP5 (New South Wales, Australië)

Om tot meer persoonsgerichte zorg in het ziekenhuis te komen, ontwikkelde de Central Coast Local Health District in New South Wales, Australië, het TOP5-concept. Na enkele pilootprojecten werd het in verschillende ziekenhuizen in de praktijk gebracht door de Clinical Excellence Commission als onderdeel van een project, gefinancierd door de HCF Health and Medical Research Foundation. TOP5 staat voor Talk to the carer, Obtain the information, Personalise the care, 5 strategies developed. Het is een kort en eenvoudig instrument dat je invult tijdens het gesprek met een van de mantelzorgers. Samen noteer je vijf belangrijke niet-klinische tips die zorgverleners best volgen tijdens het ziekenhuisverblijf. Zo kan je bijvoorbeeld opschrijven dat de persoon met dementie onrustig wordt wanneer ze haar handtas niet bij zich heeft, of dat hij ’s avonds graag de televisie zonder geluid laat opstaan. Het Top5-instrument wordt gebruikt in meer dan 25 ziekenhuizen van de staat New South Wales en de reacties zijn positief. Onderzoek toont aan dat het gebruik van het instrument positief ervaren wordt door zowel de professionele zorgverleners als de mantelzorgers.

Contactgegevens: Kay.DeRidder@health.nsw.gov.au.