Op deze pagina vindt u meer informatie bij het hoofdstuk ‘Fundament 3: autonomie in geborgenheid’.
- Extra documenten
- Aanbevolen en aanvullende literatuur
- Inspirerende praktijken
Document voor gezamenlijke besluitvorming | A&G_Document gezamenlijke besluitvorming |
Figuur met het model om de now self of de then self te volgen bij het nemen van een beslissing | Richtlijn vroegtijdige zorgplanning bij dementie (p.52) |
Het wiegbed (Huis Perrekes), een voorbeeld van geborgenheid | Klik hier om het filmpje te bekijken |
Aanbevolen literatuur
- De wet op de patiëntenrechten. Meer informatie vind je hier.
De brochure ‘wet rechten van de patiënt’
Fulltext: klik hier. - Vanbosseghem, R., Cornelis, E., Desmet, V., & De Vriendt, P. (2017). Zal ik nog zijn wie ik ben? Personen met dementie beslissen mee.
Fulltext: klik hier.
Aanvullende literatuur
- Deutscher Ethikrat, Dementia and self-determination. 2012, German Ethics Council: Berlijn.
Fulltext: klik hier. - Liégeois, A. (2018). Een relationeel ethisch model voor het evalueren van beslissingsbekwaamheid in de psychiatrie. Tijdschrift voor Psychiatrie, 60(1), 29-36.
- Liegeois, A., & Eneman, M. (2017). Een ethische reflectie op bemoeizorg in de geestelijke gezondheidszorg. Tijdschrift voor Psychiatrie, 59(2), 103-110.
- Miller, L. M., Whitlatch, C. J., & Lyons, K. S. (2016). Shared decision-making in dementia: a review of patient and family carer involvement. Dementia, 15(5), 1141-1157.
- Rommel, W., Declercq, A., De Clercq, J., Van Audenhove, Ch., & Lammertyn, F. (1998). Tussen autonomie en geborgenheid: dementerende ouderen en hun omgeving. Leuven: uitgeverij Garant.
- van de Ven, L. G., Jukema, J. S., de Lange, J., Coppoolse, K., Span, M., & Smits, C. (2017). Beslissen als samenspel. Denkbeeld, 29(1), 28-31.
- van den Hoorn, R.-J. (2016). Zijn we te beschermend? Denkbeeld, 28(2), 30-32.
- Van Malderen, L., Mets, T., De Vriendt, P., & Gorus, E. (2013). The Active Ageing–concept translated to the residential long-term care. Quality of Life Research, 22(5), 929-937.
Het bewonersparlement (WZC Prieelshof, Aalst)
Elke drie maanden komen bewoners van Residentie Het Prieelshof in Oordegem samen voor het bewonersparlement, een ontmoetingsmoment waarop aspecten van leven, wonen en zorg in het woonzorgcentrum onder de loep genomen worden. ‘We zijn er enkele jaren geleden mee gestart omdat we merkten dat de klassieke gebruikersraden niet het gehoopte resultaat hadden. Enkel de meest assertieve bewoners durfden hun mening te zeggen waardoor we niet wisten wat er leefde bij de stillere personen. Bij het bewonersparlement is elke bewoner gekoppeld aan een familielid of een personeelslid. Ook bewoners met dementie nemen hieraan deel, ongeacht de fase van dementie’, vertelt directeur Els Suys. ‘We vertrekken van de acht determinanten van Active Ageing in woonzorgcentra, die door de Vrije Universiteit Brussel ontwikkeld zijn.’ Tijdens het bewonersparlement buigt elk duo zich gedurende vijf minuten over een bepaald thema en noteert wat goed is en wat nog beter kan. Wanneer elk thema overlopen is, verzamelt een medewerker alle anonieme aanbevelingen en koppelt die vervolgens terug naar de groep. Samen beslissen ze per determinant wat het actiepunt (de ‘award’) voor de komende drie maanden wordt. ‘Soms gaat het om kleine veranderingen en soms om grote projecten’, zegt Els. ‘Als we een project niet op 1-2-3 gerealiseerd krijgen, brengen we de bewoners op de hoogte van de voortgang via sociale media, het interne infokanaal en ons Prieelskrantje.’ Het bewonersparlement heeft al heel wat veranderd in de werking van het woonzorgcentrum. Zo is er op vraag van de bewoners een contactkoor, een muziek- en relaxatiekamer, een tuin met dieren en een huispoes, er is wekelijks ‘radio kine’ in de cafetaria én elke bewoner heeft een aandachtspersoon bij wie hij terechtkan. Elk personeelslid, ook het keukenpersoneel, de logistieke medewerker, het KELA[1]-team … werkt hieraan mee. Contactgegevens: info@wzcprieelshof.be. |
Mogelijkheden inschatten (Thuiszorg Vleminckveld, Antwerpen)
Bij Thuiszorg Vleminckveld in Antwerpen hecht men veel belang aan het stimuleren van de autonomie en het correct inschatten van de mogelijkheden van de cliënten. ‘Meestal gebeurt de aanmelding via een familielid en geven zij ons dus de eerste informatie’, vertelt Yolis, zorgcoach. ‘Dit is heel waardevol, maar het is voor ons even belangrijk om ook de persoon met een zorgbehoefte te spreken en zijn beleving te kennen. Ook als het iemand met dementie is. Meestal hebben mensen beginnende dementie wanneer ze zich bij ons aanmelden. Maar ook bij gevorderde dementie is inspraak belangrijk. Mensen kunnen immers ook non-verbaal nog aangeven wat ze wensen of fijn vinden.’ Het intake- en herzieningsformulier van Vleminckveld bevat per zorgaspect en taak een aanduiding van hoe de zorg zal gebeuren: moet men bij een taak stimuleren, aanvullen of overnemen? ‘Medewerkers worden opgeleid om oog te hebben voor veranderingen in de behoeften van cliënten en dit te bespreken met de regioverantwoordelijke. Bij mensen met dementie moeten we doorgaans steeds meer zaken overnemen maar blijven we tegelijkertijd zoeken naar wat mensen wel nog kunnen. Voor medewerkers is dat niet altijd eenvoudig. Ze worden dagelijks geconfronteerd met situaties waarin ze autonomie en geborgenheid moeten afwegen. Een deel van de verzorgenden heeft de opleiding dementiekundige basiszorg gevolgd en vindt daarin soms handvatten. Bij vragen kunnen zij ook altijd terecht bij de coach van hun team. Die heeft zowel een coachingsopleiding als de opleiding dementiekundige basiszorg gevolgd en begeleidt het team zowel op vergaderingen, telefonisch als bij de cliënt aan huis. Ook de regioverantwoordelijke en de referentiepersoon dementie kunnen ondersteunen bij complexe situaties.’ Contactgegevens: info@vleminckveld.be |
Een contract met mensen met dementie (Zweden)
In woonzorgcentrum Båthöjden Plaza in de Zweedse stad Stockholm staat persoonsgerichte zorg hoog aangeschreven. Zorgverleners willen de autonomie van de bewoners zoveel en zo lang mogelijk ondersteunen en de zorg afstemmen op hun behoeften. Om het engagement vanuit het zorgverlenend team naar de persoon met dementie te onderstrepen, wordt een contract opgesteld. Alle betrokkenen, ook de persoon met dementie, ondertekenen dit. Het contract beschrijft de wijze waarop de persoon met dementie wenst ondersteund te worden. De inhoud ervan wordt regelmatig opnieuw besproken en aangepast waar nodig. Op deze manier blijft het zorgverlenend team bewust nadenken over wat goede zorg voor iemand betekent. |
Inspraak via het Tubbemodel (WZC Floordam, Melsbroek)
‘Reeds geruime tijd waren we op zoek naar een manier om ervoor te zorgen dat we de mens op de voorgrond kregen, dat routine niet bepalend werd voor de werking, dat medewerkers en bewoners in relatie staan met mekaar en niet in hiërarchie’, vertelt Betty Herbots, directeur bewonerszorg van WZC Floordam. In oktober 2016 werd ze gecontacteerd door de Koning Boudewijnstichting, met de vraag of ze interesse had in een studiebezoek aan een Zweeds woonzorgcentrum dat werkt volgens het Tubbemodel, een manier om de inspraak te vergroten. Bewoners bepalen er mee het beleid, zetelen in werkgroepen en nemen zo heel wat beslissingen samen met de medewerkers. Het bezoek aan Zweden inspireerde Betty om hier zelf mee aan te slag te gaan. Eenmaal thuis legde ze, samen met de verantwoordelijken, hun visie naast dat van het Tubbemodel. ‘Zo zijn we de visie gaan verfijnen. Waar we vandaag spreken over vraaggerichte zorg, willen we het in de toekomst hebben over relatiegerichte zorg. Wat we vooral willen bereiken is bewoners weer een gevoel van waardigheid te geven, eigen beslissingsrecht en ethisch denken te introduceren, bewoners keuzes te laten maken … We zijn dan ook gaan zoeken hoe we dit moeten realiseren. In eerste instantie hebben we ook getracht via werkgroepen te werken. Hier zijn we uiteindelijk gestrand op te weinig bewoners die de durf hebben om kritisch te kijken en hieraan te participeren. Ik merk dat de huidige bewoners jammer genoeg niet durven opkomen voor hun mening. ‘Hoe komt dit nu?’, vroegen we ons af. Een groot deel heeft te maken met hoe we als samenleving kijken naar ouderen en hoe ouderen dit beeld volgen, bijvoorbeeld door zich af te schermen. Als ze een tijdje in een woonzorgcentrum wonen, zijn ze het niet meer gewoon om zelf beslissingen te nemen.’ WZC Floordam is daarom van aanpak veranderd: het werkt nu in de eerste plaats aan het terugvinden van de eigenwaarde bij de bewoners en aan het opnieuw leren voor zichzelf beslissen. De medewerkers zijn heel gemotiveerd om hieraan te werken. Er was recent een denkdag waarbij ze op zoek gingen naar de waarden achter relatiegerichte zorg, er komt een visietekst over ethiek en relatiegerichte zorg, de teams zoeken naar attitudes en handelingen om dit alles in de praktijk te brengen. Ook denken ze na over hoe ze het opnamebeleid relatiegerichter kunnen maken en hoe ze routinezorg kunnen doorbreken. Er is al een werkgroep ethiek en binnenkort start een werkgroep dementie die als doel heeft de persoon met dementie inspraak te geven. Contactgegevens: info@floordam.be |
Sensorische desintegratie en verval van lichaamsgevoel bij personen met dementie (WZC De Wingerd, Leuven)
Zou jij rechtstaan en doorstappen met een slapende voet? Tracht eens een hemd te knopen met een slapende hand, zonder ernaar te kijken? Je kan je inbeelden dat dit helemaal niet zo vlot zal verlopen. Je eigen doen en laten zal hierdoor bepaald worden. Deze voorbeelden tonen aan dat het gevoel dat je hebt over je eigen lichaam, belangrijk is voor de mogelijkheden in je motorisch functioneren. Iedereen herkent ook wel het gevoel van een verdoofde wang na een bezoek aan de tandarts. Je brein signaleert dat de verdoofde zijde van je gezicht ‘dikker’ staat. Hierdoor kan je motorisch niet wat je anders wel kan met je mond. Een voorbeeld hiervan is dat je sneller op je wang of tong zou kunnen bijten bij handelingen die je anders ook uitvoert zonder dat dit gebeurd. Door dit verdoofde gevoel zal je dus voorzichtiger & trager handelen met je mond. Je gevoel bepaald dus duidelijk je motorisch kunnen. Het eerste wat we meestal doen om dit signaal vanuit je brein, dat gebaseerd is op je gevoel, te gaan controleren naar waarheid, is kijken in de spiegel. Het is een geruststelling als de spiegel je non-verbaal via een visuele prikkel aangeeft dat alles er normaal uitziet en je geen wang hebt zoals een hamster. Het moment dat je echter je blik afwend van de spiegel, valt de visuele prikkel onmiddellijk weg en neemt de gevoelsmatige prikkel wederom de bovenhand. Om aan dit verstoord beeld tegemoet te komen en het brein te beantwoorden en gerust te stellen, stellen we typerend onbewust gedrag. We wrijven, knijpen, trekken en duwen met onze hand op de wang en als onze hand niet ter beschikking staat, trekken we gekke bekken en creëren we met onze tong aan de binnenzijde van de wang contact. We gaan zelfs onbewust zo ver dat we met onze wang zouden gaan wrijven over onze schouder, wanneer we onze beide handen nodig hebben om veilig met de auto te kunnen rijden. Een ander persoon in jouw directe omgeving zou dit gedrag als abnormaal of storend kunnen ervaren, niet wetende dat jij naar de tandarts bent geweest. Maar laat duidelijk zijn dat dit gedrag voor jou op dat moment noodzakelijk is om tegemoet te komen aan je brein. We kunnen het omschrijven als signaalgedrag naar jouw omgeving, waarbij non verbaal wordt aangegeven dat er iets anders is dan anders. Jouw omgeving kan het door jouw gestelde gedrag pas helemaal plaatsen, nadat je jouw tandartsbezoek hebt aangegeven. Uit ervaring weten we dat de verdoving, en dus ook het verstoorde lichaamsgevoel, weg ebt met de voortschrijdende tijd. Wanneer het brein aangeeft dat alles weer normaal functioneert, zal de noodzaak aan extra zintuiglijke prikkels ter geruststelling van ons brein verminderen en finaal stoppen. Doordat de hersenregio die instaat voor het verwerken van zintuiglijke informatie van ons lichaam, meer en meer in verval geraakt door het proces van dementie, zal dit verlies aan lichaamsgevoel veralgemeend over het volledige lichaam optreden. Door het progressieve karakter van dementie zal dit verlies aan lichaamsgevoel zich niet meer kunnen herstellen, net integendeel het zal alleen maar verder en verder toenemen. Hierdoor zal dus ook meer en meer het motorisch kunnen van de persoon met dementie bepaald worden. De handen, de voeten en het aangezicht zijn regio’s waar we regelmatig het specifieke gedrag observeren bij personen met dementie. Dit omdat deze lichaamsdelen een groter oppervlak innemen in de desbetreffende hersenregio die hiervoor intstaat. Voorbeelden van dit gedrag zijn: grijpen, knijpen, kloppen, wrijven en klauwen met de handen; voorzettafels en bedsponde beminnen als een stuk van het eigen lijf; dolen, tappen en stampen met de voeten; onophoudelijk prevelen, herhalen, smakken, neuriën, roepen en hamsteren. Deze gedragingen komen vaak herhaaldelijk voor en worden zeer lang aangehouden. We dienen dit te beschouwen als typerend en noodzakelijk gedrag van personen met dementie om het eigen lichaam bewuster te blijven voelen als de directe omgeving rondom hem/haar. Het is een wanhopige non-verbale communicatie om aan te geven dat er iets niet pluis is en de omgeving er niet naar noodzaak direct aan tegemoet komt. Noodzakelijk gedrag voor de persoon met dementie om alsnog te beantwoorden aan de andere vraag van het brein. Wegens misinterpretatie en het aanhoudende karakter ervan, storend gedrag voor de omgeving. Het is dus aan de omgeving om dit signaalgedrag te observeren, correct te interpreteren en hiernaar een zintuiglijk geheel te creëren op maat van de persoon met dementie. Op deze manier zal het signaalgedrag, om tegemoet te komen aan zijn/haar ‘roepende’ brein, niet meer gesteld moeten worden door de persoon met dementie. Meer info? Contacteer Jo De Clercq viaJo.DeClercq@wingerd.info |