Moeilijk hanteerbaar gedrag

Op deze pagina vindt u meer informatie bij de toepassing ‘Moeilijk hanteerbaar gedrag’.

  • Aanbevolen en aanvullende literatuur
  • Inspirerende praktijken

 

Aanbevolen literatuur

  • Expertisecentrum Dementie Contact. (2015). Moeilijk hanteerbaar gedrag van personen met dementie. Preventie en aanpak. Hasselt: Expertisecentrum Dementie Contact.
    Fulltext: klik hier.
  • Den Ouden, A-M., & Schumacher, J. (n.d.). Een pil tegen roepen. Feiten en fabels rond psychofarmaca in de ouderen- en gehandicaptenzorg.
    Fulltext: klik hier.

Aanvullende literatuur

  • Bakens, P. (2017). Beter af met minder in Puttershoek: Terugdringen van psychofarmaca in de praktijk. Denkbeeld, 29(6), 36-37.
  • Den Ouden, A.-m. (2017). Beter met minder: Terugdringen van gedragsmedicatie. Denkbeeld, 29, 8-11.
  • Geelen, R. (2015). Dementiezorg in de praktijk – deel 1. Van achterdocht tot zwerfgedrag.
  • Geelen, R. (2015). Dementiezorg in de praktijk – deel 2. Van aanpassingsproblemen tot zingeving.
  • Geelen, R. (2015). Wat te doen bij escalerend gedrag? Denkbeeld, 27(2), 6-9.
  • Hoes, L. (2015). Meer ruimte met minder moeten. Denkbeeld, 27(2), 26-29.
  • Hoge Gezondheidsraad. (2016). Dementie: diagnose, gedrag management, ethische vragen. Brussel: Hoge Gezondheidsraad.
    Fulltext: klik hier.
  • NICE (2010). Dementia: support in health and social care. Quality standard. National Institute for Health and Clinical Excellence and Social Care Institute for Excellence.
    Fulltext: klik hier.
  • Noben, A. (2015). Bathing without a battle – baden zonder strijd bij personen met matige tot ernstige dementie. Hasselt: Kennisatelier Archipel.
    Fulltext: klik hier.
  • Pedersen, S. K., Andersen, P. N., Lugo, R. G., Andreassen, M., & Sütterlin, S. (2017). Effects of music on agitation in dementia: A meta-analysis. Frontiers in Psychology, 8.
    Fulltext: klik hier.
  • Spruytte, N., Van Vracem, M., Vranken, R., & Van Audenhove, C. (2018). Nachtrust bij dementie – Stappenplan voor een niet-medicamenteuze aanpak. Brussel: Politeia.
  • Targhi Bakkali, H. (2017). Deze arts ontdekte hoe het leven met zware dementie draaglijk kan worden. De Correspondent [online]. Fulltext: klik hier.
  • Van Assche, L. (2016). Beter in team. Een leidraad voor de begeleiding van teams in de ouderenzorg. Brugge: Vanden Broele.
    Hoofdstuk 2 (Gedragsstoornissen en psychologische symptomen bij dementie – p. 19-41)
  • Zwijsen, S., de Lange, J., Mahler, M., Minkman, M., & Pot, A. M. (2014). Omgaan met onbegrepen gedrag. Denkbeeld, 26(3), 6-9.
  • Zwijsen, S., de Lange, J., Pot, A., Mahler, M., & Minkman, M. (2013). Omgaan met onbegrepen bedrag bij dementie: Inventarisatie richtlijnen en inzichten rondom onbegrepen gedrag bij ouderen.
    Fulltext: klik hier.

 

Intersectorale casusbespreking ‘dementie en psychiatrie’ (Limburg)

Tijdens de Limburgse dementieLinken (dit zijn overlegplatforms dementie) werden goede praktijken, hiaten en opportuniteiten in de Limburgse zorg voor personen met dementie geïnventariseerd. Een van de vaststellingen was dat steeds meer mensen zowel met dementie als met een psychiatrische problematiek opgenomen worden in de woonzorgcentra en dat de zorgverleners een gebrek aan kennis en ondersteuning ervaren om deze mensen zorg op maat te bieden.

Naar aanleiding van die vaststelling werd een werkgroep opgericht waarin anonieme casussen onder de loep genomen worden. Elke casus gaat over een persoon met dementie en/of een psychiatrische problematiek. Door het engagement van het Ouderenteam Centrum Geestelijke Gezondheidszorg (groep LITP), Psychiatrisch Ziekenhuis Asster, Dienst voor Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg Maaseik en Vereniging Geestelijke Gezondheidszorg Tongeren, die de coördinatie op zich nemen, gebeurt dit intussen op zeven Limburgse locaties. Niet alleen zorgverleners uit de residentiële sector, die de nood aan ondersteuning oorspronkelijk aangaven, nemen deel. Ook hulpverleners uit onder andere de thuiszorg, dagverzorging, ziekenfondsen en ziekenhuizen participeren. Men engageert zich om deel uit te maken van de groep of meldt zich ad hoc met een eigen casus aan. De eerste evaluatie toont enkel positieve resultaten: de deelnemers ervaren ondersteuning op het vlak van netwerking, samenwerking, casusbespreking, kennisoverdracht en het faciliteren van continuïteit in de zorg.

Contactgegevens: contact@dementie.be.

 

Samenwerking eerste en tweede lijn (Ouderenteam CGG De Pont, Mechelen)

‘Als bewoners vanuit een woonzorgcentrum bij het CGG aangemeld worden, dan gebeurt dat niet enkel wegens een psychische/psychiatrische problematiek op zich. Soms gaat het ook om gedragsstoornissen en psychische/psychiatrische problemen die voorkomen als gevolg van het dementieel proces, zoals angst, rouw, depressieve stemming of een persoonlijkheidsproblematiek. Dit stelt medewerkers van het woonzorgcentrum voor de uitdaging om op gepaste wijze om te gaan met deze kwetsbare ouderen. Vaak zijn ze hierin echter onvoldoende opgeleid’, zegt Eva Langenus, outreachmedewerker bij het ouderenteam van CGG De Pont.

Sinds enkele jaren werkt dit ouderenteam samen met woonzorgcentra, waarbij ze de zorgvoorzieningen coachen bij moeilijk hanteerbaar gedrag. ‘Als een bewoner bij ons aangemeld wordt met moeilijk hanteerbaar gedrag, trachten we in de eerste plaats de zorgteams aan te leren hoe ze door dit gedrag heen kunnen zien en naar de onderliggende oorzaak kunnen zoeken. We doen teamcoaching en casuïstiek en geven vorming op maat.’

Een dergelijke samenwerking vraagt engagement van zowel het woonzorgcentrum als van het CGG en wordt dan ook vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst. ‘Het gaat hier niet alleen om een financiële investering, maar ook om wederzijds vertrouwen. Deze manier van werken brengt heel wat voordelen met zich mee. Doordat we het woonzorgcentrum door en door kennen, kunnen we gerichter inzetten op preventie en op vorming en we kunnen bij onze werking meer rekening houden met de mogelijkheden en draagkracht van de teams.’

Contactgegevens: eva.langenus@cggdepont.be.

 

Afbouwen van psychofarmaca (WZC Leiehome, Drongen)

Toen woonzorgcentrum Leiehome in 2013 startte met een project rond psychofarmaca lag er meteen een sterke focus op moeilijk hanteerbaar gedrag bij personen met dementie. In de periode 2013-2017 zag de organisatie het psychofarmacagebruik dalen: in het begin gebruikte 72 procent van de bewoners psychofarmaca; nu nog  48 procent. Dieter Bogaert, stafmedewerker bewonerszorg/psycholoog, licht toe:

‘De sterkste niet-medicamenteuze benadering van moeilijk hanteerbaar gedrag wordt eigenlijk gevormd door al onze medewerkers. Leren om samen gedrag te observeren en analyseren, vanuit een belevingsgerichte benadering, leidt tot nieuwe inzichten, openheid en creativiteit bij medewerkers. Het maakt de benadering van moeilijk hanteerbaar gedrag bijna automatisch multidisciplinair. Deze aanpak brengt ook nuance in een verhaal dat soms klinkt als: “Meneer roept altijd.” Neen, op deze momenten roept meneer vaak, op andere momenten zelfs niet of heel weinig. Deze nuance geeft meteen ook richting aan de aanpak die het team verder uitstippelt.

Heel erg belangrijk in het omgaan met het gedrag is niet alleen te focussen op persoon-gedrag zelf maar ook op het versterken van de draagkracht van de omgeving! Dit zijn medewerkers, familie en mantelzorgers maar zeker en vast ook onze medebewoners. Gezien wij in onze voorziening heterogene afdelingen hebben betekent dit ook heel wat ondersteuning bieden aan (wilsbekwame) bewoners die met moeilijk hanteerbaar gedrag geconfronteerd worden. Ondersteunen betekent luisteren, ventileren, informeren en soms zelfs betrekken in onze aanpak. Dit is niet altijd gemakkelijk maar uiteindelijk daagt dit ons uit om onze werking steeds verder af te stemmen aan veranderende noden bij personen met dementie en hun omgeving.

Een tip? Hang eens een rood lintje in de deuringang van een kamer om te voorkomen dat een bewoner die dwaalt de kamer binnenkomt.’

Contactgegevens: project.psychofarmaca@leiehome.be

 

Aromazorg (ZNA Joostens)

Sinds 2008 is Anna Cuyt in ZNA Joostens als ‘aroma-meter’ aan de slag om aromazorg toe te passen. Zij heeft deze complementaire methode op haar eigen manier vormgegeven. Aromazorg is er geïntegreerd in de dagelijkse zorg. Een medewerker vertelt:

“Agressie en onrust tijdens de zorg komen vaak voor. Mensen met dementie begrijpen niet  altijd wat er gebeurt. Ze zitten in een verhaal dat niet strookt met onze werkelijkheid, maar ze beleven het wel op dat moment. Het kan een verhaal zijn van frustratie, van zich bedreigd voelen … Wat doe je dan? Vooral zelf rustig zijn. Als zorgverlener kun je jezelf voorzien van een vleugje aroma alvorens de zorg te beginnen. De bewoner begroet je vriendelijk, met een zachte stem, je zet een rustig muziekje op en biedt het persoonlijk aroma aan. Dan geef je de nodige zorgen. Het wassen wordt als het ware een massage. Na de zorg doe je een vleugje op de kledij, als herinnering aan de warme zorg, de aanwezigheid van de zorggever. Soms wil een bewoner geen zorg krijgen. Dan kan je proberen met het opzetten van muziek en wat aroma. Vaak gaat de zorg even later vanzelf. Aroma’s kunnen  ondersteuning geven in het proces van dementie. Waar mensen soms een herinnering herbeleven, kan een bepaalde geur helpen om deze herbeleving compleet te maken, te verwerken, waarna er rust kan ontstaan. Geuren lenen zich ook tot het aanbieden van activiteiten zoals massage of een voetbadje. Deze activiteiten kunnen makkelijk aangeboden worden door familieleden en op die manier een nieuwe zinvolle invulling geven aan op bezoek komen.  Een naaste bezoeken met dementie is niet altijd makkelijk zonder dergelijke handvatten.
Ook onze wekelijkse baden zijn omgetoverd in aromazorgbaden: een bad verrijkt met melk en lavendel, zachte muziek, en de aanwezigheid van handen van een zorggever die zorg geeft vanuit haar hart. Aroma’s bieden ook ondersteuning bij fysieke kwaaltjes, zoals verkoudheden, griep of huidverzorging.”

Contactgegevens: ann.cuyt@zna.be.