Mantelzorg voor een thuiswonende ouder met dementie in coronatijden, het verhaal van een dochter
‘Samen zorgen voor elkaar’ is de slogan tijdens deze coronadagen. Maar hoe doe je dat als contact wordt afgeraden en iedereen ‘in zijn kot’ moet blijven? Onze ouders wonen samen, hun kinderen niet ver van hen vandaan. Ze zorgen voor elkaar, al 50 jaar.
Stiekem pralines snoepen
Elk hebben ze hun kwaaltjes. Waar mama haar lichaam niet altijd doet wat zij wil door evenwichtsproblemen, is bij papa twee jaar geleden dementie vastgesteld. PCA om precies te zijn: een meer zeldzame vorm van dementie die eerder impact heeft op het zicht dan op het geheugen. Zijn initiatief verminderde de laatste jaren erg, maar met de nodige stimulatie helpt hij waar hij kan volgens zijn mogelijkheden. Ze hebben drie dochters die te allen tijde klaarstaan, ieder naar eigen kunnen. We zetten in op ‘samen zorgen voor’, gaan gesprekken over de toekomst niet uit de weg en proberen warme momenten te creëren. Stiekem met papa pralines snoepen, even tijd maken om na de boodschappen of het ziekenhuisbezoek ergens een hapje te eten of een tasje koffie te drinken. Bijna dagelijks springt er wel iemand van de kinderen of de kleinkinderen binnen. Samen zorgen voor elkaar dat deden we al die tijd al.
Durven aanvaarden
Niet alleen binnen ons gezin, ook daarbuiten konden we rekenen op heel wat steun. Een broer die iedere vrijdag met hen naar de misviering rijdt, een buurvrouw die iedere week haar verhaal eens komt doen. De poetshulp en familiehulp die ze, na enig aandringen, iedere week welkom heten om hen te helpen. De kinesist die mama behandelt en papa probeert te motiveren om eens extra op de hometrainer te fietsen. De tuinman. Omgekeerd zorgen ook zij op hun manier voor ons en onze kinderen. Mama helpt met de strijk in de mate van het mogelijke, ze voorzien ons van voldoende (niet altijd even gezonde) voeding, vangen huisdieren op als we gaan werken. Samen zorgen dus.
En dan komt er corona. Plots moet er niets meer. Plots mag er niets meer. Met de zussen spreken we af via Whatsapp wie wanneer gaat. Minsten één iemand per dag, per uitzondering twee op een dag. Taken worden verdeeld en we oefenen wat extra met de mobiele telefoon, die maar niet wil meewerken … Videobellen doet ons ontdekken dat ‘dubbele kinnen’ toch wel een familietrekje zijn.
Tijdens de eerste weken reageert mama met heel veel energie. Net nu is ze klaar om de lenteschoonmaak te doen en ook de tuin moet dringend onder handen genomen worden. Ze wil de serre afbreken en de gordijnen moeten gewassen worden. Samen proberen we haar te temperen: “Neen mama, dat moet niet nu, niet in deze omstandigheden. Het is nu belangrijk dat we afstand houden en enkel de hoogstnoodzakelijke dingen doen.” Na enkele dagen lijkt ze dit te aanvaarden.
Heel even genieten van rust
We doen het goed! Drie weken zijn er om en iedereen is nog gezond en wel. De ‘semi lockdown’ wordt verlengd, voorlopig voor twee weken. Terwijl we allemaal aan ons klein teentje voelen dat het waarschijnlijk nog langer zal duren. Er duiken leegtes op. Mama geeft aan dat alle dagen op elkaar lijken, dat ze werk genoeg heeft, maar dat de zin haar ontbreekt om het te doen. Want niets moet meer. Samen vullen ze hun dagen met luisterboeken, leesboeken en van de ene naar de andere zetel wandelen. Papa lijkt stiekem te genieten van het feit dat niets meer moet, niemand die achter zijn veren zit en hem uitdaagt om dingen te doen die wat moeilijker gaan dan vroeger. Als hij er wat onverzorgd bijloopt, laat hij zich gewillig verzorgen en scheren nadat de handen zeer grondig gewassen zijn. Hier en daar wordt nog wat was en strijk gedaan en worden er wafels gebakken om uit te delen. Maar het op te vangen huisdier komt geen hele dag meer en de snoepjeskast geraakt enkel leeg omdat ze de snoepjes meegeeft met haar dochters voor de kleinkinderen.
Op een zonnig woensdagmiddagbezoekje waarbij de papierwinkel in orde wordt gemaakt, documenten van de mutualiteit worden ingevuld en rekeningen betaald, wordt er besloten om mama toch eens even uit haar kot te halen. Uit haar kot, want bewegen mag, met de nodige social distance. Een kort fietstochtje met de driewieler: even naar het kerkhof of een tuinbezoekje aan de kleinkinderen vanop veilige afstand lijken haar deugd te doen.
We laten papa achter in zijn zetel in het zonnetje in de tuin met het idee hem daar ook zo aan te treffen als we terug komen. Gewoon genietend van het niets doen. Niets is minder waar. Als we terug de tuin in fietsen, is hij in volle actie. Het papier werd buiten gezet, de container naar de straat gereden en het rekje, wat in de weg stond in de garage, was verplaatst naar een andere kelder. Wat deed het deugd om hem zo in actie te zien, helemaal uit zichzelf! Helaas is er geen papierophaling in onze gemeente tijdens de coronatijden, was de container niet vol genoeg om aan de straat te zetten en was het rekje uit elkaar gevallen bij het verplaatsen. Maar dit werd allemaal in alle rust opgelost:-).
Met ons drie halen we de beddenlakens van de wasdraad, plooien ze op en brengen ze naar binnen.
Mama en papa nestelen zich terug in het zonnetje op de bank. Ze lijken tevreden, want samen zorgen we voor elkaar!
Katrien