Recensie
Het begin van het einde
Joseph Jebelli
Uitgeverij Balans, 2018, 333 blz.
ISBN: 9789460038280
Het vele biomedische en neurologische onderzoek naar medicijnen tegen dementie ziet er indrukwekkend en complex uit, maar is helaas voor iemand zonder biomedische opleiding uitermate ontoegankelijk. Gelukkig zijn er in die onderzoekswereld mensen die de moeite nemen om hun werk in gewone mensentaal te beschrijven, ontdaan van vaktermen. De Londense neurowetenschapper Joseph Jebelli is zo iemand, en zijn vorig jaar verschenen boek In pursuit of memory is nu in Nederlandse vertaling beschikbaar, onder de titel Het begin van het einde. Het bestaat uit vijf delen, te weten oorsprong, onderzoek, preventie, experimenten en ontdekking. Het werk van heel wat onderzoekers komt in beeld, maar ook de mens achter de onderzoeker en enkele personen met dementie zelf.
Jebelli neemt ons in het eerste deel van zijn boek mee naar de oorsprong van onderzoek naar dementie, beginnend bij het bekende verhaal van Alois Alzheimer en zijn patiënte Auguste D. met jongdementie. Daarna volgt minder bekende informatie over andere baanbrekende onderzoekers, de invloed van de komst van de elektronenmicroscoop, de eerste voorzichtige (en enigszins anarchistische) zoektocht naar een medicijn.
In het tweede deel legt Jebelli de focus op onderzoek, met in eerste instantie een beschrijving van Arnold en hoe de auteur zelf deelneemt aan een geheugentest. Vervolgens maken we kennis met onderzoekers zoals George Glenner en Alison Goate, en hoe zij inzoomen op het vraagstuk of dementie genetisch/erfelijk bepaald wordt. Stambomen en hersenbanken doen hun intrede. We maken kennis met verschillende leden van de familie Jennings waar dementie door de stamboom woekert. Dat is gelukkig zeldzaam, maar voor neurogenetisch onderzoek wel een belangrijke bron van informatie. In dit deel krijgen we ook inzicht in het ontstaan van verschillende hypothesen over het ontstaan van dementie, de Béta-amyloïde proteïne, de apoe-4-hypothese en de tau-hypothese. In bevattelijke taal en met de nodige metaforen beschrijft de auteur elke hypothese, en hoe onderzoekers ze verdedigen dan wel aanvallen.
En zo komen we in deel drie terecht, dat gewijd is aan preventie. Een relatief nieuw thema in het onderzoek naar dementie, maar met snel groeiende internationale consensus over de relatie tussen gezonde leefstijl op middelbare leeftijd (40-75 jaar) en het risico op dementie op hogere leeftijd. Dat was ook de achtergrond voor onze SaniMemorix-campagne op de Wereld Alzheimer Dag. Jebelli haalt er vijf leefstijlfactoren uit: stress (hoe minder, hoe beter), voeding (mediterrane voeding beschermt), beweging, hersengymnastiek (onduidelijke resultaten hier) en slaap. En hoewel er natuurlijk nog meer onderzoek nodig is, besluit de auteur dit deel met het advies “omdat we nu eenmaal weten dat zulke maatregelen in levensstijl toch al goed voor ons zijn, is het maar het verstandigst om op safe te spelen. Eet daarom volgens mediterrane eetgewoontes. Sport. Vermijd stress. Stimuleer je geest. Slaap. Je hebt niets te verliezen en alles te winnen.” (p. 159)
In het vierde deel van dit boek neemt de auteur ons mee langs enkele experimenten. Zoektochten naar behandelingen die nog aan het begin staan van ontwikkeling en heel misschien iets kunnen betekenen. Zo lezen we over regeneratieve geneeskunde (via stamcellen), een poging om op basis van eiwitten uit bloed van jongeren een medicijn te ontwikkelen, het benaderen van dementie als een prionziekte, de relevantie van de zeldzame vorm van visuele alzheimer (waar onder meer Terry Pratchett aan leed), de zoektocht naar hergebruik en herontwikkeling van kankermedicijnen. Zoals gezegd, experimenteel, vooralsnog in een verkennend stadium.
Tenslotte gaat het vijfde deel van het boek over ontdekking. De auteur gaat op zoek naar minder bekende onderzoekers op minder bekende plekken om ook hun werk in beeld te brengen. Die ontdekkingsreis brengt hem in IJsland, naar een klein dorpje in het noorden van India, Colombia en uiteindelijk het minder exotische Londen. Joseph Jebelli neemt ons met dit boek mee op een boeiende reis doorheen verleden, heden en toekomst van de zoektocht naar medicijnen tegen dementie. De vooruitgang komt in beeld, inclusief de hardnekkigheid van het probleem, alsook de persoon achter de onderzoeker en de patiënt. De auteur is erg optimistisch over de vooruitgang die bereikt wordt, maar hij beschrijft een hele waaier van fundamenteel verschillende onderzoeken, en over elk van hen is hij even enthousiast. Dat doet wat af van de geloofwaardigheid van zijn optimisme. Maar dit blijft een boeiend overzicht.
Jan Steyaert, PhD
wetenschappelijk medewerker
Expertisecentrum Dementie Vlaanderen vzw
jan.steyaert@dementie.be