Recensie
Zo donker buiten, afscheid van een moeder met alzheimer
Marnix Peeters
Uitgeverij Borgerhoff & Lamberigts, 2019, 119 blz.
ISBN: 978 9089319791
Lezers van De Morgen kennen Marnix Peeters als de man die elke week een column schrijft, ‘vanop zijn berg in de Oostkantons’. Anders dan veel columnisten schrijft hij geen haarscherpe analyses van de samenleving, inclusief hoe het allemaal veel beter zou kunnen zijn, maar korte stukjes vertellingen en beschouwingen over dagelijkse dingen in zijn leven. Dikwijls over zijn vrouw, zijn berg, hun genieten van de verlatenheid, zijn overleden schoonbroer of een hond waar ze enkele dagen op moesten letten. Een enkele keer schreef hij over zijn moeder, die langzaam haar verleden verliest aan de ziekte van Alzheimer. Ook in één van zijn eerdere romans, de trapchauffeur uit 2015, komt een vergelijkbaar personage voor.
Nu heeft Marnix Peeters, een dik jaar na het overlijden van zijn moeder, een boek uitgebracht specifiek over haar en hun afscheid van elkaar door alzheimer. In dezelfde stijl als zijn columns, luchtig, anekdotisch, korte teksten, maar dikwijls met een dubbele betekenislaag. Zeker voor mensen die zelf van dichtbij dementie hebben meegemaakt ook erg herkenbaar. De auteur zijn moeder komt in verschillende ‘rollen’ in beeld doorheen het boek. Als jonge dame die voor haar eigen vader met dementie, een Limburgse mijnwerker, zorgde (en de minst leuke taken opnam), Als Limburgse die het liefst dicht bij woonplaats Beverlo blijft, als wat afstandelijke moeder die haar kinderen veel ruimte gaf, als vrouw van haar man, de vader van Marnix Peeters, als kapstok voor jeugdherinneringen, als oudere dame met de ziekte van Alzheimer.
In die laatste rol zie je haar grimmig en stuurs worden, boos, subtiel veranderende karaktertrekken, het zich steeds herhalen (“het is donker buiten”), onzekerheid over het gebruik van dingen, van dagelijkse handelingen die decennialang goed gingen zonder erbij na te denken. Ook dat is heel herkenbaar: de afstandsbediening aanzien voor hoorn van de telefoon en opleggen omdat er niemand meer antwoord geeft. De vuile was strijken en de propere was in de wasmachine steken. Ook het niet willen bespreken van de diagnose, het vermijden van het gespreksonderwerp, het uitspreken van een vluchtroute: “Geef mij maar een pilleke.” Maar ook de auteur komt in diverse ‘rollen’ in beeld. Als een vat vol jeugdherinneringen, als auteur, als heen-en-weerreiziger, als mantelzorger voor zijn moeder, de wederkerigheid waarmee hij zijn moeder in het woonzorgcentrum eten geeft zoals zij hem als kleine baby eten gaf: in kleine hapjes, zonder haast.
Het boek dat Marnix Peeters over zijn moeder en haar/hun alzheimer schreef, deed me niet alleen aan mijn een paar jaar geleden overleden vader denken (90 jaar, vasculaire dementie), maar ook aan het boek dat de Iraans-Nederlandse auteur Kader Abdolah in 2017 over zijn moeder schreef, ook worstelend met haar dementie. Heel anders van taal, heel anders van context, maar met veel onderliggende gelijkenissen. En beide te mooi om niet te lezen.
Jan Steyaert, PhD
wetenschappelijk medewerker
Expertisecentrum Dementie Vlaanderen vzw
jan.steyaert@dementie.be