We leven in een bubbel
Februari, het einde van de krokusvakantie. Iedereen komt terug uit vakantie en er is toch een beetje vrees voor zieke vakantiegangers die terugkeren uit Noord-Italië. We denken met z’n allen, bwa dat zal hier in België nog wel meevallen. Uit voorzorg hangen we affiches uit om besmettingen van dat bewuste Covid-19 virus te vermijden.
Begin maart, de eerste besmetting in ons land is vastgesteld. De richtlijnen worden al wat uitgebreider, we zetten alcogel aan de inkom zodat iedereen zijn handen toch al ontsmet. Dinsdag 10 maart, ik ontvang een mailtje met daarin: “Hou je klaar, er volgen dadelijk extra richtlijnen.” Nog een beetje argwanend, dat virus zal ons toch niet treffen zeker. De extra richtlijnen zijn: één inkom, bezoekuren van 10 tot 18 uur, registratie van iedereen die op bezoek komt, geen kinderen onder 16 jaar op bezoek, … Hoe moeten we dit aanpakken? Van een heel open woonzorghuis naar een woonzorghuis met één inkom en bezoekuren? Vreemd, maar we voerden uit.
Woensdag 11 maart, weer ontvang ik van mijn directie een mail: “Hou je klaar, dit wordt zeer ernstig.” Richtlijnen worden plots maatregelen. Lokale dienstencentra en cafetaria worden gesloten, evenementen worden afgelast tot na de paasvakantie. Iedereen die binnenkomt in het woonzorghuis moet zijn temperatuur laten meten. Bezoek wordt niet meer toegelaten, enkel geregistreerde mantelzorgers en vrijwilligers. We moeten familie opbellen om te zeggen dat ze niet meer op bezoek kunnen komen voor tenminste vijf weken?! Weer voeren wij uit, maar het valt ons emotioneel zeer zwaar. Als wij ons zo voelen, hoe moet de familie zich dan voelen? We krijgen ontzettend veel begrip.
Vrijdag 13 maart, ook het centrum voor dagverzorging moet de deuren sluiten. Wat met onze cliënten? Wie gaat hen opvangen? Wie gaat voor hen zorgen? Ze gaan toch niet vereenzamen? Vele vragen die direct opkomen en waar we geen antwoorden op hebben. Tranen vloeien. Plots is er van het bruisende centrum in woonzorghuis Ten Kerselaere geen sprake meer. We doen met z’n allen verder en werken 7 dagen op 7 door om alle procedures aan te passen en ons goed voor te bereiden op wat komen gaat. Maar wat gaat er komen? Niemand die het ons kan zeggen. We leven precies in een bubbel, afgesloten van de buitenwereld.
Op het thuisfront krijgen ze ons nog weinig te zien. We krijgen daar alle vrijheid om volledig in onze job op te gaan. Dit geeft een gerust gevoel, te mogen doen waar je voor gekozen hebt, namelijk in de zorgsector werken. Zij die het nodig hebben hulp bieden met warme zorg. We doen wat we kunnen en nog meer. Als medewerkers zijn we nu verplicht om elkaar te vertrouwen, te ondersteunen, naar elkaar te luisteren en elkaar aan te sporen, echte teambuilding! Ondanks deze hectische periode voelen we de warme initiatieven die onze medemensen nemen. Ze brengen uit alle hoeken kaartjes, brieven, bloemen, koekjes en nog veel meer. Voor ons als medewerkers geeft dit kracht en moed om verder te doen. Hier putten we energie uit. Een dikke dankjewel voor de bemoedigende woorden die wij van jullie mogen ontvangen. Samen zorgen we voor elkaar.
Heidi Gevers, directiesecretaresse woonzorg Emmaus – woonzorghuis Ten Kerselaere