In gesprek met onderzoeker … Iris Van Steenwinkel

Archief – In gesprek met onderzoeker … Iris Van Steenwinkel

Vlaanderen heeft ongeveer 750 woonzorgcentra waar iets meer dan 70.000 bewoners verblijven, meestal op hoge leeftijd en vaak met dementie. Belangrijk dus om na te denken hoe je die woonzorgcentra bouwt, verbouwt, renoveert, inricht en herinricht zodat de kwaliteit van leven optimaal is. De fysieke infrastructuur als aanvulling op en dagelijks decor voor de zorg voor professionals, vrijwilligers en naasten. Ingenieur-architecte Iris van Steenwinkel geraakte in haar masterscriptie zo begeesterd door architectuur van woonomgevingen voor ouderen, dat ze er later ook een doctoraat over maakte, en meer bepaald over architectuur voor mensen met dementie. Dat deed ze onder leiding van prof. Ann Heylighen en prof. Chantal van Audenhove. We hadden in Leuven een gesprek met haar.

Aanleiding

De aanleiding voor het onderzoek van Iris Van Steenwinkel naar de kwaliteit van gebouwen van woonzorgcentra lag in het gebrek aan informatie over hoe goed te bouwen. Er was wel informatie over bijvoorbeeld welke kleuren(combinaties) gebruikt konden worden om probleemgedrag te beperken, maar over de ‘core business’ van architecten, namelijk vorm en ruimtelijke organisatie bestond nauwelijks wat. Visies zijn natuurlijk wel in beweging. Zo zijn vele nog bestaande woonzorgcentra gebouwd vanuit het opzet van lange gangen met individuele kamers die vanuit een centrale verpleegpost makkelijk te overzien zijn, in combinatie met een centrale eetzaal en ‘babbelsalon’. De organisatie van de zorg domineert in het ontwerp van het gebouw. Later is die visie gewijzigd naar het kleinschalig genormaliseerd wonen: zo gewoon mogelijk, in een kleine groep. Hoewel de zorg belangrijk blijft, komt het wonen meer op de voorgrond. In die verschuivende en groeiende visies ontbreekt het echter aan inzicht in de ervaringen van personen met dementie. Probleemgedrag wordt door onderzoekers geturfd en zo een medische (of probleem-)categorie op een vragenlijst, maar het gesprek over het gedrag werd niet met de persoon met dementie aangegaan. Dat gesprek zocht Iris Van Steenwinkel wel op, ze ging etnografisch te werk.

5 brillen

De onderzoeker wil haar collega architecten op basis van haar onderzoek graag 5 “brillen” aanreiken die ze kunnen gebruiken als ze de opdracht krijgen een woonzorgcentrum te (ver)bouwen. (1) Ontwerp strategische plaatsen waar bewoners op een comfortabele manier de tijd kunnen doorbrengen: plaatsen voor rust of activiteit, plaatsen met een interessant zicht op bijvoorbeeld natuur of op het komen en gaan van mensen, een aangename plaats in de zon of in de schaduw, …, en plaatsen met de gewenste sociale contacten. (2) Houd dus ook rekening met de sociale dynamiek in een woonzorgcentrum. Bewoners zijn initieel onbekenden voor elkaar, het kan leuk worden, maar soms ook niet. (3) Creër hedendaagse architectonische kwaliteiten zoals lichte, ruimte, en toegang tot buitenruimte. (4) Voorzie ruimten en objecten die deelname aan activiteiten van het dagelijks leven mogelijk maken en stimuleren (een keuken, hobbyruimte, mooie en toegankelijke tuin met tuingereedschap en bijvoorbeeld een kippenhok, overdekt terras voor beschutting, een wasdraad, een brievenbus, …). (5) Ga op zoek naar gepaste verbindingen en grenzen, zoals tussen privaat en publiek en tussen de woning en de buurt. Bijvoorbeeld, hoe biedt het gebouw kansen voor integratie in de buurt? U merkt het al, het onderzoek levert geen heel concrete DO’s en DON’Ts op die we als architecturale leek even in een rennovatie of doe-het-zelf dag kunnen implementeren, maar wel fundamentele perspectieven voor architecten die een gebouw ontwerpen dat er de volgende 30+ jaar zal staan. Als daarbij fouten gemaakt worden, staan die er ook 30+ jaar! Je kan het later nog wel proberen te camoufleren, bv. een deur wegmoffelen achter een print van een boekenkast, alsof het voor personen met dementie dan logisch zou zijn dat zorgpersoneel soms door de boekenkast verdwijnt. Het lijkt wel Harry Potter en perron 9 ¾!

De 5 brillen ook thuis relevant?

Mensen met toenemende zorgbehoefte (door ouderdom, dementie, …) willen meestal zo lang mogelijk thuis blijven wonen. Dat is een vertrouwde omgeving, het geeft lange tijd de minste extra kosten. Zijn de vijf architecturale brillen van Van Steenwinkel ook toepasbaar in de thuissituatie? Iedere woning kan met de vijf brillen bekeken worden. De ruimten en objecten voor activiteiten van het dagelijks leven zijn waarschijnlijk al voorhanden. Mogelijks moeten er maatregelen genomen worden op vlak van veiligheid en toegankelijkheid. Verder geeft de tweede “bril” aan dat de behoefte aan een gepaste sociale setting voor de persoon met dementie kan betekenen dat kleiner gaan wonen (dikwijls lijkt dat op oudere leeftijd een goed idee, de kinderen zijn immers het huis uit, een paar kamers staan leeg) misschien niet altijd de beste keuze is. Een extra kamer kan een welkome toevluchtsoord bieden om even alleen te zijn en tot rust te komen op momenten van onzekerheid en angst. Voor de publieke ruimte (stationsplein, gemeentelijk park, …) zijn de 5 brillen wat lastiger toe te passen. Dat architecturaal bekijken is werk voor een ander promotietraject, het werk van Iris Van Steenwinkel richt zich immers op de woning. Bovendien komen op publieke plaatsen heel diverse doelgroepen bij elkaar: personen met dementie, personen met een fysieke beperking, spelende kinderen, gehaaste werkende mensen, toeristen, … Dat maakt het nog complexer.

Architectonica 2.0?

In 2012 verscheen bij EPO het boek Architectonica van Eric Stroobant en ECD-collega Patrick Verhaest. Verschillende congressen volgende op het boek, niet alleen in Vlaanderen maar ook Nederland en Duitsland. In het boek brengen de auteurs met veel beeldmateriaal en tekst de inrichting van 20 Vlaamse woonzorgcentra en wat bekend is over goede en minder goede inrichting. Toen zij het boek schreven, was het onderzoek van Iris Van Steenwinkel nog lang niet klaar. Nu wel. En dan komt de vraag op of haar resultaten aanleiding geven tot het bijstellen of verfijnen van de kennis die we in 2012 publiceerden in Architectonica. De hierboven beschreven “brillen” zijn reeds terug te vinden in Architectonica, hetzij soms op een andere manier aangebracht. Wat het boek nog rijker zou maken is het toevoegen van enerzijds de stem van mensen met dementie zelf, en anderzijds een architecturale analyse van de beschreven projecten en principes. Het grafisch materiaal dat bij dat laatste te pas komt zal nog meer de interesse van architecten wekken. Bovendien wordt op die manier de beschikbare kennis over het leven met dementie verbonden met de “core business” van architecten (i.e., vorm en ruimtelijke organisatie) en de ontwerptoolbox die zij voorhanden hebben. Zo wordt de dialoog tussen architecten en hun klanten bevorderd en hun beeld van mogelijke rollen van architectuur in het dagelijks leven van mensen met dementie verruimd.

Iris Van Steenwinkel blijft bij KU Leuven, in de Research[x]Design onderzoeksgroep, werken als architectonderzoeker en met aandacht voor het thema dementie. Zo is ze volop bezig met verder onderzoek rond de beleving van en ontwerpen voor mensen met dementie.

Referenties

• Heylighen, A., Van Steenwinkel, I., & Van Audenhove, C. (2013). Midmost – Living with dementia. In E. Feddersen & I. Lüdtke (Eds.), Lost in Space – Architecture and Dementia. Berlin: Birkhäuser.

• Van Steenwinkel, I. (2015). Offering Architects Insights into Living with Dementia: Three Case Studies on Orientation in Space-time-identity (PhD). Leuven • Van Steenwinkel, I., Baumers, S., & Heylighen, A. (2012). Home in later life: A framework for the architecture of home environments. Home Cultures, 9(2), 195-217.

• Van Steenwinkel, I., Van Audenhove, C., & Heylighen, A. (2012). Spatial Clues for Orientation: Architectural Design Meets People with Dementia. In P. Langdon, P. Clarkson, P. Robinson, J. Lazar & A. Heylighen (Eds.), Designing Inclusive Systems (pp. 227-236). London: Springer-Verlag.

• Van Steenwinkel, I., Van Audenhove, C., & Heylighen, A. (2014). Mary’s Little Worlds. Changing Person-Space Relationships when Living with Dementia. Qualitative Health Research, 24(8), 1023-1032.

Deze teksten (met uitzondering van het eerste boek) kunnen gratis digitaal opgevraagd worden via doc@dementie.be.

Opgetekend door Jan Steyaert, oktober 2015

jan.steyaert@dementie.be